De brugmansia is afkomstig uit tropische gebieden in Zuid-Afrika en Zuid-Amerika, daarnaast is de plant verwilderd in grote delen van Azië. Er zijn verschillende soorten Brugmansia's, waarvan de Brugmansia Suaveolens de meest bekendste en mooiste is.
De brugmansia is een kuipplant van formaat.
Engelentrompet
Alle Brugmansia's kunnen tegen de volle zon, maar in half schaduw bloeien ze langer en de hele zomer door. Brugmansia's houden van veel water. Tijdens het groeiseizoen 1x per week bijmesten. Neem uitgebloeide bloemen direct weg. De plant is niet winterhard, dus voor de winter binnen halen. In het najaar tot de helft terugsnoeien en met een bijna droge kluit op een lichte, vorstvrije plaats zetten. Potkluit licht vochtig houden. In het vroege voorjaar, indien nodig verpotten, terugsnoeien en geleidelijk warmer zetten. De plant zal opnieuw uitlopen. Het is raadzaam regelmatig te toppen.
De bloemen ontluiken vanaf Juni tot de 1e vorst, steeds met een aantal tegelijk.
Als u de verzorgingstips opvolgt, geeft de Brugmansia weer volop bloemen.
De kelken van de Brugmansia hebben een aangename zoete geur.
Brugmansia behoort tot de familie van de nachtschadeachtige, waartoe o.a ook de tomaat en de aardappel behoren.
Eeuwenlang werd de 'Brugmansia' datura of doornappel genoemd. Pas in de laatste decennia van de vorige eeuw kreeg ze haar huidige naam: "Brugmansia".
De naam Brugmansia is afgeleid van De heer S.J. Brugman. Dit was een Leidse hoogleraar, die tussendoor ook nog lijfarts was van Lodewijk Napoleon.
Brugmansia is een gevaarlijke schoonheid, alle delen van de plant zijn giftig.